Als Nematzadeh nog één keer zijn schriftje vergeet, dan wordt hij van school gestuurd. Hij weent, voor de ogen van zijn vriend Ahmad, en als hij de klas verlaat, valt hij op de grond. Ahmad helpt hem recht en neemt per ongeluk het schriftje van zijn vriend mee. Eenmaal thuis beseft hij dat: hij wil het terugbrengen. Ondanks het verbod het huis te verlaten, gaat hij op zoek naar Nematzadeh. Maar dan begint de nacht te vallen…