Cyrus, een twaalfjarige inheemse jongen, ontdekt de mislukte zelfmoordpoging van zijn gehandicapte vader door een kogelgat in hun huismuur te vinden. Cyrus streeft er uit alle macht naar om het gevoel van doeltreffendheid bij zijn hulpeloze vader te herstellen en zijn rol als vader in het gezin terug te winnen. Uiteindelijk accepteert de vader Cyrus 'genegenheid en komt hoop in hun leven.