De tienjarige Rico woont in Berlijn samen met zijn moeder en is ‘laagbegaafd’. Hij wisselt bijvoorbeeld links en rechts om. Daarom blijft hij meestal thuis. Rico heeft slechts twee wensen: een vader en een vriend om de wereld te ontdekken. Op een dag loopt hij de ‘hoogbegaafde’ Oskar tegen het lijf en het klikt meteen tussen de twee. Tot de ‘kinderontvoerder van Berlijn’ Oskar te pakken krijgt.