Drie rovers, gespecialiseerd in het plunderen van postkoetsen, vallen op een dag een koets aan met een meisje als enige passagier. Ze zijn op zoek naar een grote buit maar vinden enkel… het kleine meisje. Tiphany kan hen overhalen om haar mee te nemen: ze beweert dat haar vader een rijke maharadja is die veel losgeld voor haar zal betalen. Vanaf nu woont ze in het rovershol. Ver weg in het dal ligt het weeshuis. De directrice – een nijdige zoetebek – laat er weeskinderen zwoegen in haar suikerbietenfabriek. Maar op een dag ontdekken de rovers Tiphany’s geheim…
Zowel in de sierlijke grafiek als in het donkerblauwe kleurenpalet is regisseur Hayo Freitag trouw gebleven aan het beroemde prentenboek van Tomi Ungerer. Ungerer was zo tevreden met Freitags duistere filmversie dat hij zelf de stem van de achtergrondverteller voor zijn rekening nam.